Mijn studio ligt vlakbij het Bunderbos. Elke dag maakt ik daar een wandeling. Mijn wandelingen staan aan de basis van bijna al mijn werken. Ik kom zoveel dingen tegen die ik zou willen gebruiken maar er moet altijd een link met vlinders, rupsen of hun waardplanten of nectarplanten zijn... Tijdens mijn dagelijkse wandeling, die altijd volgens een zelfde route loopt (hierdoor is observatie steeds beter mogelijk en herken ik veranderende kleine details in het landschap), ben ik deze kuiltjes al meerdere malen tegen gekomen. Eerst dacht ik dat die ontstaan waren door regendruppels. Maar na een verstoring van de grond kwamen de kuiltjes terug zonder dat het in de tussentijd geregend had. Het blijken kuiltjes van de Myrmeleon acer (mierenleeuwtjes) te zijn. De mierenleeuwtjes gebruiken de kuiltjes om prooien in te vangen. Als rupsen, kleine nachtvlinders en andere insecten door het kuiltje lopen, gooien ze (ze kunnen precies en hard gooien) zandkorrels achter de prooi waardoor deze de kuil inzakt en niet meer weg komt en de mierenleeuw zijn prooi met zijn uitermate sterke kaken kan grijpen. Als de prooi verorbert is dan gooit hij met diezelfde sterke kaken zijn lege prooi (lees leeggezogen) met een flinke gooi de kuil uit tot wel tien centimeter afstand van zijn kuil. De observaties zijn per dag vast gelegd tijdens mijn wandelingen en daarna vertaald naar een serie nieuwe werken.